De uittocht

 Gisteren midden in de nacht dode de heer alle pasgeborenen kinderen van de farao tot iemand uit de gevangenis. Toen zij de farao tegen Mozes je moet nu de land verlaten.  Dat vond het volk ook, ze dachten dat zij zouden doodgaan. Toen ging het volk van Mozes vertrekken met 600 duizend mannen zonder vrouwen en kinderen.  Ze wisten niet dat ze die nacht moesten vertrekken daarom namen ze mee wat ze mee konden meenemen ,geiten schapen en ze hadden niet eens tijd dat ze van het deeg brood maken.  Toen hadden de Egyptenaren pas door dat ze geen slaven meer hebben.  Toen ging de farao met zijn leger van 600 man en de beste wagens van de stad en ze gingen ze achtervolgen.  Toen ze dicht bij het volk was  de volk bang en zei deze tegen Mozes wat moeten we doen? Hij zei wees niet bang God gaat voor jullie streden.  Hij zij tegen Mozes  pak je staf en zet hem boven de zee en toen ging de zee in twee kanten splitsen, zo dat zij door kunnen door lopen en toen de Egyptenaren de zee in om te achtervolgen, ging de zee weer terug net als altijd en de farao en zijn leger waren dood .