door Huug

De naam van God

 

Mozes liep gister door het gras met zijn vee.

Hij kwam gister langs de berg van God: Horeb.

Een engel van God verscheen gister met vuur in een doornstruik, Mozes keek er naar en vond het raar dat de struik niet verteerde door het vuur, Mozes: ‘ ik snapte het echt niet’ Toen God zag dat Mozes er naar keek zij God uit de doornstruik: ‘Mozes, Mozes ik zit hier’. En God zij ook dat Mozes zijn schoenen uit moest doen en niet te dichtbij moest komen want hij betreden heilig grond.

De Heere zij gister ook: ‘Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob.’ En Mozes bedekte zijn gezicht, want hij was bevreesd God aan te kijken.

God zij tegen Mozes: ‘help mij Mozes mijn volk lijd in Egypte.’

En God zij: ‘Ik zal u naar de farao zenden, en u zult Mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte leiden.

Mozes zij: ‘ik kan dat nooit denk ik’

Toen zij God gister: ik zal je helpen en bij je zijn en als je klaar bent mag je over een maand mij dienen op deze berg

Toen zij de Heere dat de farao zowiezo boos zal zijn en alles er tegen doen om het niet door te laten gaan.

En alle vrouwen moeten aan hun buurvrouwen en elke Israëlische vrouw moest gister aan elke Egyptische vrouw om kleren en sieraden vragen en zo zouden ze de Egyptenaren beroven.